L
loading...

Onze reis naar IJsland

mei 10, 2018

‘Alles wat de natuur ooit was, vind je in IJsland’, zei mijn tante toen ik haar vertelde dat Kristof en ik in mei 2018 naar IJsland zouden vliegen. Maar het werd geen standaard reis met b&b’s zoals wij zo vaak doen. Dit keer huurden we een camper, omdat we niet vast wilden zitten aan hotels en inchecktijden. Met een camper rondrijden is de ultieme manier om IJsland te leren kennen, las ik op internet. We waagden de gok en stapten 10 mei op het vliegtuig in Brussel.

Het enige waar ik bang voor was tijdens ons reisje, was dat het 12 dagen non-stop zou regenen. Bij aankomst werd mijn angst al dik bevestigd. De eerste nacht hebben we de regen op ons dak horen tokkelen. Inclusief opstaan met de regen, iemand buiten moeten laten wachten in de regen én ijskoude douche op de camping. Op dat moment dacht ik ‘misschien waren we hier als koppel nog niet helemaal klaar voor’. Want eerlijk, van regen word je zelf ook miezerig.

We reden die dag naar onze eerste bezienswaardigheid: de geisers. In de regen liepen we daar. Tussen de honderden toeristen. Was dit dan hét IJsland waar iedereen het over had? We reden nadien snel verder naar het volgende: de waterval van Gullfoss. Toen we uitstapten begon de zon te schijnen, en niet zo’n beetje ook. Ineens was het warm! Meteen sloeg ons humeur helemaal om. Vanaf hier kon de vakantie beginnen. We zochten een camping zodat we ‘ s avonds eindelijk het drukste gebied van IJsland uit konden rijden.

Na onze tweede ochtend begonnen we vol goede moed aan onze verdere rondreis. Doordat de douches op de camping niet gratis waren, reden we naar de Secret Lagoon. Het water was daar 39 graden en rondom het bad zag je af en toe geisers uitbarsten. Pas toen wij weggingen kwamen de echte toeristen aan. Tijd om verder te rijden. Na een hele dag alle bekende plekken van IJsland gezien te hebben, kwamen we rond 8 uur ’s avonds langs een parkeerplaats vol met auto’s. Hier zou het Amerikaanse vliegtuigwrak moeten liggen. We hebben even getwijfeld of we nog aan de tocht van 4 km zouden beginnen want de meeste mensen kwamen al terug, en doordat je het wrak niet ziet liggen vanaf de weg, wisten we niet of we het voor het donker zouden halen.

Natuurlijk wordt het in IJsland helemaal niet ‘donker’. Dat maakt dat je echt tot ’s avonds laat nog dingen kunt doen. Het wrak zelf was best klein, maar het was pas achteraf dat we beseften dat het grote indruk had gemaakt. Ook die tocht door de zwarte woestijn, vergeet je niet snel.

Onderweg namen we nog lifters mee, kookten we aan de rand van de weg, aten we hotdogs (want die zijn goedkoop en lekker in IJsland) en stonden we soms uren stil voor de perfecte foto. De camping in Svinafell blijft me voor altijd bij omdat we daar de mooiste (en vrijwel enige) zonsondergang hebben gezien en ’s avonds lekker buiten hebben gezeten zonder jas. De walvistocht, zeehondjes en alle lammetjes zorgden voor genoeg aah’s en ooh’s en de lange tochten die we soms liepen maakten ons zowel goed- als slechtgezind.

Dit werd de eerste reis waarbij ik bij thuiskomst echt heimwee had. Heimwee naar een land dat we nu ook weer niet zó goed hadden leren kennen. Maar de gastvrijheid, de eerlijkheid en de onbezonnenheid van de mensen miste ik echt. In IJsland doet iedereen zijn ding, en het maakt niet uit wat iemand anders daar van denkt. Het was onze eerste ontmoeting met een Scandinavisch land, maar zeker niet onze laatste. 

 

 

Next post Anne & Thijs